Pas sinds enkele jaren is meer bekend geworden over een aantal erfelijke spierziekten met heel diverse effecten op de betroffen paarden, van symptoomloos tot dodelijk. Tot kort geleden werden deze ingedeeld in PSSM 1 en PSSM 2; PSSM is de afkorting voor Polysaccharide Storage Myopathy (vanwege abnormale stapeling van glycogeen – een polysaccharide – in de spiercellen). De laatste paar jaren zijn echter meer varianten van spierziekten bekend geworden die niet of nauwelijks abnormale glycogeen-ophopingen in de spieren vertonen, maar qua symptomen wel veel overeenkomsten hebben, zoals MFM (myofibrillar myopathy). Hier past het begrip PSSM2 niet meer zo goed bij, en daarom wordt ook wel MIM (muscle integrity myopathy) gebruikt als afkorting voor alle myopathiën behalve PSSM1.
Wat verstaan we onder PPSM1?
PSSM1 is goed onderzocht en ook is voor deze aandoening een betrouwbare genetische test beschikbaar. Bij deze aandoening is een mutatie opgetreden in het zogenaamde GYS1-gen. Helaas is deze aandoening autosomaal dominant, dat wil zeggen dat slechts 1 kopie van een gen voldoende is om symptomen te veroorzaken (bij een recessief gen zijn 2 kopieën nodig van hetzelfde gen). Een ouderdier wat zelf 2 kopieën heeft (homozygoot voor PSSM1) geeft deze eigenschap dan aan 100% van de nakomelingen. Bij één heterozygote ouder en een andere ouder zonder de eigenschap krijgt 50% van de nakomelingen PSSM1, bij 2 heterozygote ouders 75% van de nakomelingen. Of een paard daad werkelijk symptomen krijgt is niet met zekerheid te zeggen, dat hangt ook sterk af van de manier waarop het paard gehouden wordt (voeding, beweging etc.)
Naast een genetische test is het mogelijk om een spierbiopt te nemen, maar dit heeft alleen zin als het paard ook symptomen toont. Is dit het geval, is een biopsie zeer betrouwbaar (1,2).
Wat zijn de mogelijke symptomen van PSSM1?
Symptomen van PSSM1 zijn o.a. tying-up (spierbevangenheid), trillingen, donkere urine, stijfheid, niet voorwaarts willen, slecht gehumeurd zijn, gevoeligheid bij aanraking en harde spieren. In de ergste gevallen, als een paard spierbevangen is (wat zich uit in zeer harde, verkrampte, pijnlijke spieren en niet meer willen lopen, vaak ook een vreemde stand) is behandeling door een dierenarts noodzakelijk, in overleg vaak ook met pijnstillers, omdat deze aandoening uiterst pijnlijk kan zijn. Sommige paarden hebben zo vaak aanvallen van spierbevangenheid, dat inslapen de enige humane oplossing kan zijn.
Wat verstaan we onder PSSM2/MIM?
PSSM2 is nog steeds een beetje een raadsel onder experts. Dat er andere myopathiën dan PSSM1 bestaan bij paarden wordt niet betwijfeld. Door biopsie is bij deze paarden ook aan te tonen dat er abnormale processen in de spiercellen aan de gang zijn; dit is echter niet altijd het gevolg van glycogeen-ophopingen, maar kan bijvoorbeeld ook door abnormale hoeveelheden en vormen van het spiereiwit desmine veroorzaakt worden in het geval van MFM (4). Een biopt wat onderzocht wordt op glycogeen-ophopingen zal dus soms negatief uitvallen, terwijl zo’n paard wel een vorm van PSSM2 kan hebben. Dit maakt het bijzonder lastig vast te stellen, hoewel biopsie de enige zekere diagnose levert voor betroffen paarden.
Is er een betrouwbare methode om PSSM2/MIM vast te stellen?
Er zijn genetische tests op de markt voor PSSM2, waarbij het DNA van het paard onderzocht wordt op het voorkomen van verschillende genen die van invloed zijn op opbouw van de spieren (verschillende spierproteïnen). Echter, verschillende wetenschappelijke onderzoeken hebben geprobeerd een correlatie te vinden tussen afwijkende genen en het al dan niet voorkomen van PSSM2 (inclusief biopsie). Hoewel er natuurlijk ook paarden een negatief biopt kunnen hebben die achteraf wèl PSSM2 blijken te hebben, waren de correlaties dusdanig dat de genetische tests voor PSSM2 duidelijk nog niet zinvol zijn. Met name het feit dat er ook een behoorlijk aantal paarden in de onderzoeken gevonden werd die wèl een afwijkend biopt en/of symptomen van PSSM2 hadden, maar géén van de afwijkende genen, geeft duidelijk aan dat deze genetische tests niet zinvol zijn op dit moment (3). In dit onderzoek werd als conclusie genoemd dat genetisch testen op P2, P3 en P4 (veel voorkomende genen die in de commerciële tests getest worden) bij 57% van de gezonde paarden PSSM2 gediagnosticeerd zou zijn en 40% van de paarden met PSSM2-diagnose (biopt) als gezond zouden zijn aangemerkt (3). Dat geeft duidelijk aan dat er op dit gebied nog heel veel onderzoek nodig is, want een genetische factor wordt zeker wel vermoed (2).
Wat zijn de mogelijke symptomen van PSSM2/MIM?
Symptomen van paarden met PSSM2 / MIM zijn deels vergelijkbaar met PSSM1, maar spierbevangenheid komt veel minder voor en zijn er veel vaker vagere klachten, zoals niet goed voorwaarts willen, gevoeligheid voor kou, deukjes in de spieren, struikelen, teenlanding, niet aangeraakt willen worden, schrikachtigheid en moeite met verzamelen en galopperen. Belangrijk is wel op te merken dat bijna al deze symptomen ook door andere problemen zoals verkeerde voeding, verkeerde huisvesting, niet passend zadel, verkeerde manier van rijden en andere aandoeningen zoals maagzweren of rugproblemen kunnen komen. Het is dus belangrijk dat allemaal eerst uit te sluiten.
De rol van voeding?
Om aanvallen van spierbevangenheid te vermijden (zowel bij PSSM1 als bij PSSM2) is het noodzakelijk deze paarden op een suikerarm dieet te zetten (ruwvoer MOET geanalyseerd worden op suikergehalte), overgewicht te vermijden door veel regelmatig (maar langzaam opbouwend) te bewegen en vooral niet op stal te zetten. Hulp van een goede fysiotherapeut die ervaring heeft met PSSM-paarden is erg aan te bevelen. Verder is een graasmasker in de wei en weidegang alleen in de maanden waar het gras laag in suiker is (vooral in de zomer) belangrijk. Bij paarden met PSSM2 is het vooral een kwestie van uitzoeken waar het betreffende paard goed op reageert, er zijn ook paarden met PSSM2 die hoog in de sport lopen en wel een bepaalde hoeveelheid koolhydraten verdragen of zelfs nodig hebben.
Geschikte eiwitbronnen
Luzerne is een goede bron van eiwitten en kan een goede aanvulling zijn voor paarden die niet te dik zijn, maar om onbekende redenen verdragen veel paarden met PSSM1 of PSSM2 geen luzerne. Aangezien een goede bron van eiwit wel heel belangrijk is, is het goed om dan andere eiwitten bij te voeren, zoals rijst-, soja- of erwtenproteïne of Coolstance Copra (=kokos) of Powerstance met kokos als energie- en eiwitbron. Ook extra vetten en eiwit uit lijnzaad zoals in Pure Linseed kan een goede toevoeging zijn. Extra toegevoegde aminozuren zoals in Chevital Motility kunnen ook helpen. Anecdotes en eigen ervaring hebben ook aangetoond dat een aantal paarden met PSSM2 erg goed reageerden op N-Acetyl-L-Cysteine, een aminozuur wat als sterke antioxidant werkt. Ook hogere doseringen van natuurlijk vitamine E kunnen erg goed ondersteunen, in overleg met je dierenarts is dit zeker te proberen. Voldoende mineralen en sporenelementen, met name selenium en magnesium, zijn ook van groot belang voor gezonde spieren. Hiervoor kun je bijvoorbeeld een balancer voeren zoals Pure Trace of Victorious Secret met extra selenium.
Er bestaan ook anecdotes over extra mangaan wat paarden met PSSM2 geholpen zou hebben. Dit betrof echter met name paarden in Duitsland; in Nederland is het gras en ruwvoer gemiddeld erg hoog in mangaan en is extra suppleren hoogstwaarschijnlijk niet aan te bevelen. Een ruwvoeranalyse kan hierover meer informatie geven.
Iedere soort PSSM2/MIM vraagt om een ander dieet?
Een aantal websites en fora bevelen aan paarden volgens de resultaten van het genetisch onderzoek te voeren, dus bijvoorbeeld een paard met variant P3 en Px anders dan een paard met P8, etc. Aangezien zoals hierboven beschreven al niet bewezen is dat deze varianten überhaupt direct gecorreleerd zijn met het ontstaan van PSSM2, is het natuurlijk nog ver gezocht een speciale voermethode te willen ontwikkelen alleen op basis van een genetische variant. Dat is ongeveer hetzelfde als zeggen dat bruine paarden altijd extra vitamine E moeten krijgen, omdat bruine paarden PSSM2 kunnen ontwikkelen (dat laatste is definitief waar, omdat er veel warmbloeden zijn met PSSM2 en veel van deze warmbloeden bruin zijn). Dit heeft dus gewoon geen zin, en het is ook veel beter voor je paard als je voorzichtig samen met dierenarts en/of fysiotherapeut gaat uitproberen waar je paard zich het beste op voelt. Uiteindelijk gaat het alleen om het welzijn van onze paarden, want deze aandoeningen kunnen echt heel ellendig zijn.
Idhuna Barelds
Ethologe/Biologe
Mei 2023
(1) https://cvm.msu.edu/research/faculty-research/comparative-medical-genetics/valberg-laboratory/type-1-polysaccharide-storage-myopathy
(2) https://www.uu.nl/nieuws/pssm-bij-het-paard-wetenschappelijke-feiten-op-een-rij
(3) https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35288976/
(4) https://ker.com/nmdl/resources/mfm/