Ophaalorder plaatsen? Mail ons.

article
Paardenvoeding
Blog

De voordelen van olie en vet in het paardendieet.

Als we uitgaan van de evolutie van het paard als planteneter (herbivoor), kunnen we stellen dat paarden zich hoogstwaarschijnlijk niet aangepast hebben aan een dieet met veel vet. Het allergrootste deel van het dieet van wilde paarden bestaat uit koolhydraten in alle vormen en maten. Echter, graslanden waarop wilde paarden grazen zijn qua samenstelling heel anders dan de gecultiveerde weides waarop tegenwoordig veel paarden gehouden worden. In natuurlijke graslanden zijn ook in meerdere of mindere mate oliehoudende zaden aanwezig, wat in gecultiveerd grasland niet of nauwelijks het geval is. Maar gras zelf bevat ook flink wat vet, afhankelijk van de tijd van het jaar wel tot 4% van het droge stof gehalte. Voor hooi betekent dit dat ongeveer 10 kilo hooi al 400 gram vet bevat. Ondanks het feit dat paarden dus duidelijk meer koolhydraten, ruwe celstof en afhankelijk van het soort gras ook meer eiwit verteren dan vet, zijn ze zeker wel in staat tot het verteren en opnemen van een behoorlijke hoeveelheid vet.

 

Geen galblaas = geen vet kunnen verteren?

Een veel gehoord misverstand is dat paarden vet (en dus olie) niet zo goed kunnen opnemen als carnivoren of omnivoren, omdat ze geen galblaas hebben. Echter, de galblaas is alleen een voorraadsvat voor gal, ook bij andere zoogdieren wordt de gal in de lever geproduceerd en dan in de galblaas opgeslagen. Bij paarden wordt de gal direct afgegeven aan de dunne darm (4), omdat paarden bijna constant ruwvoer eten; de evolutie zag daarom het nut van een galblaas niet in, de gal is toch constant nodig, omdat ook ruwvoer aardig wat vet kan bevatten. Dat zorgt wel voor een probleem als er te weinig vetten en/of te weinig ruwvoer in het algemeen binnen komt, want de galzuren kunnen de darmwand beschadigen, en zelfs de maag; net als maagzuur worden ze constant afgegeven, ook als er geen voer binnen komt (5). Andersom gezien kan extra olie over het voer voor paarden met maag- of darmzweren juist gunstig zijn, omdat dan zo min mogelijk irriterende galzuren in aanraking komen met de slijmvliezen.

Hoe dan ook, de hoeveelheid gal die in de lever geproduceerd wordt, is meer dan voldoende om grotere hoeveelheden (tot ca. 400 g) olie per dag te kunnen opnemen, als de olie maar zo veel mogelijk over grote hoeveelheden ruwvoer verdeeld wordt (bijvoorbeeld drie keer per dag over een grotere hoeveelheid lucerne of door ingeweekte grasbrok). Als je de opname van olie nog wat beter wilt spreiden, kun je ook gemicroniseerd lijnzaad voeren, bijvoorbeeld Pure Linseed.

 

Waarom zou je dan bijvoeren, aangezien in ruwvoer ook al redelijk wat vet zit?

Olie en vet bestaan uit vetzuren, waarvan de bekendste en meest onderzochte omega 3 en omega 6 zijn. Dit zijn zogeheten meervoudig onverzadigde vetzuren (3). Deze vetzuren kunnen o.a. ontstekingsreacties en ook overreacties van het lichaam, zoals bij allergie, regelen en afremmen (1,2). In een bepaalde mate zijn ontstekingsreacties gewenst, want bij ziekte of verwonding moet het lichaam met een ontstekingsreactie kunnen reageren om de boosdoeners, meestal virussen of bacteriën, te kunnen overwinnen. Om dit te ondersteunen, dus het lichaam snel op gevaarlijke indringers te kunnen laten reageren, zijn juist weer voldoende omega 6-vetzuren nodig. Echter, als de boosdoeners verwijderd zijn, moet de ontstekingsreactie ook weer afgeremd worden, anders wordt deze chronisch, met veel nadelige klachten vandien. Voor dit afremmen heeft het lichaam voldoende omega 3-vetzuren nodig. Een goede balans is dus belangrijk, en daarom is het ook van belang te weten wat er in het voer van je paard zit.

 

Omega 3 of 6, hoe zit dat?

Paarden die hooi of voordroog krijgen, krijgen minder omega 3-vetzuren binnen dan paarden op gras. Omega 3-vetzuren zijn gevoelig voor hoge temperaturen en oxidatie, dus bij het produceren van hooi en tijdens het opslaan gaan deze steeds meer verloren. In gras, zeker in voorjaar en zomer, zitten daarentegen veel omega 3-vetzuren.
Daarom is het vooral voor paarden die alleen of hoofdzakelijk hooi krijgen aan te bevelen om bijvoorbeeld lijnzaad (liefst ontsloten oftewel gemicroniseerd, zoals Pure Linseed) of chiazaden te voeren. Lijnzaadolie als directe bron van omega 3-vetzuren is ook een goede mogelijkheid, maar let dan wel op de versheid van het product. Veel lijnzaadolie wordt niet vers geperst maar staat weken tot maanden in een (warme) winkel, zodat veel omega 3-vetzuren verloren gaan. Aan te bevelen is om bijvoorbeeld lijnzaadolie van Makana te bestellen, die als oliemolen zelf vers persen waardoor de olie veel verser is.

 

Andere bronnen van omega’s

Een heel goede bron van omega 3 zijn algen. Algenolie is echter behoorlijk duur, dus dit ligt minder voor de hand als voederbron voor paarden. Maar door het gehalte aan EPA en DHA, voor het lichaam direct opneembare omega 3-vetzuren, is dit wel een aan te bevelen variant, zeker als je een paard hebt wat op dit gebied wat extra ondersteuning kan gebruiken.
Visolie heeft ook EPA en DHA, maar aangezien overbevissing een wereldwijd enorm probleem is en visolie verontreinigd kan zijn met zware metalen zoals lood en kwik, is dit niet iets wat wij willen aanbevelen.
Mocht je paard nu vooral in het gras staan dan kun je overwegen wat omega 6-vetzuren bij te voeren in de vorm van zonnebloempitten of zonnebloemolie. Andere zaden, zoals hennep, bevatten zowel omega 6 als omega 3, in verschillende verhoudingen. Uiteindelijk is het lastig bepalen hoeveel jouw paard nodig heeft, dus blijft het deels ook uitproberen hoe hij er op reageert.

 

Vet bij aandoeningen (pssm) en ondergewicht

Verzadigde vetzuren spelen bij het gemiddelde paard geen grote rol in de voeding, maar kunnen in de vorm van bijvoorbeeld kokosvet wel helpen een paard met ondergewicht of stofwisselingsproblemen zoals PSSM voldoende energie te geven. Echter, bedenk wel dat kokosplantages net als palmolie voor ontbossing in de tropen zorgen, dus voer dit liever niet aan je paard tenzij het echt noodzakelijk is.

 

Sportpaarden

Verder is het verhogen van het vetgehalte in het rantsoen ook aan te bevelen bij bijvoorbeeld sportpaarden, omdat vetten een goede bron van energie zijn die voor een lagere insulinerespons zorgen en paarden vaak geconcentreerder en minder schrikachtig maken dan energie in de vorm van koolhydraten (1). Ook voor oudere paarden die niet genoeg energie uit hun ruwvoer meer kunnen halen en/of een slecht gebit hebben is energie in de vorm van vetten een goede toevoeging aan het dieet (1). De stofwisseling van paarden past zich ook vrij snel aan aan een dieet hoog in vet (1).

Paarden doen het ook op langere termijn prima op een dieet van tot wel 400 g vetten (bijvoorbeeld een plantaardige olie) voor een 500 kg paard per dag (1). Hogere gehaltes kunnen het darmmicrobioom verstoren, dus let wel op de consistentie van de mest als je veel olie bijvoert.

 

Belangrijke aandachtspunten

Er zijn een paar dingen waar je even aan moet denken als je je paard extra vetten wilt gaan geven.

Ten eerste is het aan te bevelen om extra vitamine E te geven bij het voeren van duidelijk meer vet dan normaal, omdat vetten snel kunnen oxideren (met name omverzadigde vetzuren). Dit zorgt voor de vorming van meer vrije radicalen, waarvoor meer vitamine E nodig is dan normaal om deze te neutraliseren (1). Exacte data ontbreken, maar aanbevolen wordt 100 IU vitamine E per 100 ml olie extra te geven (1).
En last but not least: als je paard al aan de mollige kant is, hou het gewicht dan goed in de gaten en beperk de hoeveelheid olie/vet in het rantsoen afhankelijk van het seizoen van 0 tot minimale hoeveelheden.

Idhuna Barelds
maart 2021

 

 

  1. Equine Applied and Clinical Nutrition, Geor, Coenen & Harris
  2. https://thehorse.com/168549/which-omega-3-sources-are-best-for-my-horse/
  3. OEPS weg gevallen: komt er zsm aan!

Ook interessant