De ins en outs van luzerne
Luzerne is al tijden een onderwerp van verhitte discussies. Veel eigenaren zweren erbij, anderen vinden het duivels voer. Om wat meer duidelijkheid te scheppen in de wirwar aan artikelen en meningen proberen we hier de voors en tegens zo goed mogelijk uiteen te zetten.
Een kort stukje geschiedenis
Luzerne, ook wel lucerne geschreven, is al duizenden jaren belangrijk paardenvoer en daarmee één van de oudste gecultiveerde voedermiddelen (1). Aangezien paarden vroeger veel zwaarder moesten werken dan tegenwoordig en het leven van de ruiter vaak van de conditie van het paard afhing, is er vanuit te gaan dat luzerne vooral voordelen bood voor de paarden. De Spaanse Conquistadores namen het zelfs mee naar het Amerikaanse continent voor hun paarden (1,2).
Een bijkomend ecologisch voordeel van luzerne is dat het een bijvriendelijke plant is en ook een broedplaats voor insecten (1), zeker als de luzerne biologisch geteeld wordt.
Wat eigenschappen op een rij
Luzerne is naar verhouding hoger in energie dan hooi of gras, maar wel lager in suiker en andere koolhydraten. Met name het eiwitgehalte is beduidend hoger. Dit maakt het een geschikt voer voor paarden die zwaar werken of opgroeiende paarden en fokmerries (2). Ook paarden met insulineproblemen zoals IR of EMS kunnen van luzerne profiteren door het lage koolhydraatgehalte, hoewel het hogere energiegehalte ook betekent dat je paard er dikker van wordt. Bij paarden met overgewicht blijft dan grof, suikerarm hooi de beste oplossing (2).
De Macro’s
Voor jonge paarden geldt bovendien dat teveel luzerne de verhouding tussen calcium en fosfor in het dieet scheef kan trekken. Luzerne bevat namelijk veel calcium en naar verhouding weinig fosfor (4). Dit kan voor gewrichtsproblemen en problemen in de botontwikkeling zorgen; zorg er met name bij jonge paarden dus voor dat het dieet aangevuld wordt met een fosforbron zoals bijvoorbeeld biergist en/of lijnzaad.
Daarnaast kan een te rijk dieet bij jonge paarden voor te snelle groei en daaruit resulterende problemen zoals OCD zorgen (2). Maar dat gebeurt niet zomaar, dan moet een jong paard echt een groot deel van zijn ruwvoer in de vorm van luzerne krijgen. Het blijft voor jonge paarden vanwege het hogere eiwitgehalte een heel goede ruwvoerbron (2).
De spoorelementen
De gehaltes aan sporenelementen zijn bij luzerne vergelijkbaar met gemiddelden uit gras, behalve het seleniumgehalte, dat is duidelijk hoger (4). Echter, niet zo hoog dat het gevaarlijk wordt, zelfs bij heel hoge dagelijkse voerhoeveelheden (4). Het calciumgehalte is ongeveer 3 keer zo hoog gemiddeld en ook bevat luzerne meer magnesium. Het fosforgehalte is vergelijkbaar met gras / hooi, maar daardoor is de verhouding calcium:fosfor zoals hierboven ook genoemd wel scheef (4).
Eiwitten
Het hogere eiwitgehalte kan ook voor milieuproblemen zorgen. Zeker paarden die niet zwaar hoeven te werken hebben niet persé meer eiwit nodig dan het gemiddelde hooi of gras bevat. Een hogere dosis eiwit zorgt ervoor dat het overschot uitgescheiden wordt via de urine. Dit betekent meer overlast in stallen door extra ammoniak en in de wei meer stikstofoverschot (2), wat bijdraagt aan de stikstofproblematiek die Nederland maar al te goed kent. Het blijft dus zaak goed in te schatten wat je paard echt nodig heeft.
Een ril, heet, schrikkerig paard van luzerne?
Sommige paardeneigenaars denken dat luzerne paarden „heet“ maakt. Hiervoor is echter geen direct bewijs. Wel kan een paard natuurlijk meer energie krijgen door het hogere energiegehalte van luzerne ten opzichte van hooi (2). Ook is het aangetoond dat luzerne – doordat het nogal afwijkt van gemiddeld hooi en gras qua samenstelling van nutriënten – een verandering in de samenstelling van het darmmicrobioom bewerkstelligt (6), wat ook in gedragsverandering zichtbaar zou kunnen zijn. Dit is niet als negatieve verandering beschreven; maar elke verandering kan ook in gedrag zichtbaar worden. Dit is een individueel proces en voor elk paard verschillend, aangezien het microbioom ook individueel is (5). Ook is de grofheid en daarmee het ligninegehalte bepalend voor veranderingen in het microbioom (5). Het blijft dus aan de individuele paardeneigenaar om door uit te proberen, ook met verschillende types lucerne, wat voor haar of zijn paard het beste werkt.
Goed voor de maag?
Voor paarden met maagproblemen is luzerne vaak een goede keus. Vooral de luzerne die los gevoerd wordt kan door extra kauwen ervoor zorgen dat deze paarden veel minder maagklachten krijgen of ook maagzweren voorkomen (3). Of dit door het hogere calciumgehalte komt of door het extra kauwen op de hardere stengels is niet geheel bekend, waarschijnlijk spelen beide factoren een rol. Het extra kauwen bevordert speekselvorming en speeksel is rijk aan natriumbicarbonaat, wat het maagzuur buffert. Bovendien kunnen met name de grovere vezels van de losse luzerne een drijvende mat op het maagzuur vormen, die bij beweging, bijvoorbeeld rijden, het opspatten van maagzuur kan verhinderen (2). Bij gevoelige paarden is het dus zeker zinvol om ruim voor het rijden extra luzerne te voeren (2). Echter, als je grove luzerne mengt met „lekker“ voer zoals haver of muesli, dan kan het voorkomen dat je paard niet goed meer kauwt op de vezels en deze min of meer in zijn geheel ingeslikt worden. Dat kan dan juist weer de maagwand irriteren en eventueel maagklachten verergeren. Het beste is dus het ruwvoer altijd apart te voeren.
Samenvattend
Gemiddeld genomen is luzerne, mits van goede kwaliteit, een uitstekend ruwvoer voor paarden. Maar het blijft een individueel proces uit te proberen waar je eigen paard als individu goed op reageert. Dan is het wel zinvol om maar één factor per keer te veranderen in het dieet, anders is niet na te gaan waar een mogelijke verandering aan ligt. En mocht je het gevoel hebben dat je paard niet goed reageert op luzerne, dan is het alsnog zinvol een paar keer opnieuw te beginnen met luzerne voeren (tenzij er duidelijke aanwijzigen zijn dat hij het echt niet verdraagt natuurlijk). Op deze manier kun je uitvinden of de positieve of mogelijk negatieve effecten van luzerne voeren echt aan de luzerne liggen of aan andere factoren, zoals tijd van het jaar, weer of verharing bijvoorbeeld. Verbeteringen in voedingstoestand, vacht, hoeven enz. zijn natuurlijk ook pas na een langere periode van voeren zichtbaar.
Bij paarden met de genetische ziekte HYPP (hyperkalemische periodieke verlamming) is het voeren van luzerne niet aan te bevelen, omdat luzerne meer kalium kan bevatten dan gras, wat voor deze paarden die een laag kalium dieet nodig hebben contraproductief is (2).
Idhuna Barelds
biologe, ethologe
November 2021
1) https://en.wikipedia.org/wiki/Alfalfa
2) https://thehorse.com/110110/all-about-alfalfa/
3) https://thehorse.com/185191/alfalfa-are-hay-or-pellets-better-before-riding/
4) Equine Applied and Clinical Nutrition, Geor, Coenen & Harris
5) https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33349409/
6) https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/335154