Een gezonde jeugd voor je toekomstige rijpaard!
Als je via facebook en marktplaats naar opfok zoekt, kom je heel wat adressen tegen. Vaak al voor minder dan 100 € per maand, zeker in de zomer. Maar wat is nu echt een goede manier van opgroeien voor je jonge paard?
Een goede basis begint al tijdens de dracht. Essentiële voedingsstoffen moeten via de merrie aan de foetus doorgegeven worden om te zorgen dat deze gezond op de wereld komt. Naast een goed aminozuur-profiel, wat bijvoorbeeld door bijvoeren van lucerne en supplementen met o.a. lysine geoptimaliseerd kan worden, zijn in Nederland met name de sporenelementen selenium en koper vaak (veel) te laag aanwezig in ruwvoer. Chronisch laag seleniumgehalte in het voer kan tot ernstige en dodelijke complicaties leiden bij veulens, zoals white muscle disease, maar ook in de verdere groei voor problemen zorgen, o.a. voor het immuunsysteem. Dat dit nog steeds regelmatig voorkomt ook in Nederland blijkt uit recent onderzoek (1). Koper is in bijna alle ruwvoeranalyses uit Nederland (erg) laag, en dit element is noodzakelijk voor gezonde groei en ontwikkeling van o.a. pezen en gewrichten. Te weinig koper in de voeding van jonge paarden wordt in meerdere studies met OCD geassocieerd (2).
Een juiste calcium:fosfor verhouding is ook essentieel voor jonge paarden. Voor de groei van met name de botten is naar verhouding meer fosfor nodig, daarom moet de verhouding calcium:fosfor redelijk laag zijn, ergens tussen 1:1 en 2:1. Ook de absolute hoeveelheid calcium en fosfor is erg belangrijk gedurende de groei, dus het verdient de aanbeveling hoogwaardige bronnen bij te voeren. Voor calcium is dit bijvoorbeeld luzerne, voor fosfor lijnzaad en haver. Belangrijk is ook het ruwvoer (gras of hooi) te laten analyseren, zodat de juiste balans verkregen kan worden. Erg scheve verhoudingen kunnen ook weer tot problemen leiden in de skeletontwikkeling, zoals OCD (4).
Opgroeiende paarden hebben voor hun groei een dieet nodig met ongeveer 13 to 17 % ruw eiwit (3). Van belang is wel dat hierbij het aminozuurprofiel in orde is, zodat met name de essentiële aminozuren voldoende aanwezig zijn (3). Goede eiwitbronnen zijn o.a. lucerne, soja en haver.
Zolang een veulen bij de moeder staat, is het redelijk eenvoudig bij te voeren. Ook levert de merrie via de melk alle nodige voedingsstoffen, zeker als zijzelf een gebalanceerd dieet krijgt. Als het veulen gespeend wordt, moet er oplettend naar het voer gekeken worden.
De meeste veulens komen na het spenen in opfok, waar zeker veel voor te zeggen is. Ze hebben leeftijdsgenoten en kunnen hun sociale vaardigheden ontwikkelen en spelen. Echter, om een sociaal vaardig volwassen paard te worden is het ook nodig dat jonge paarden interactie hebben met oudere dieren. Zo leren ze dat ze niet altijd hun zin kunnen krijgen en dat zal de verdere opleiding veel eenvoudiger maken.
Waar op gelet moet worden is dat jonge paarden voldoende beweging krijgen. Uit studies blijkt dat een minimum van 12 uur buiten gedurende de groeiperiode nodig is om voldoende botdichtheid te ontwikkelen (5). In veel opfokstallen is dit in de winter echter niet mogelijk, paarden worden hier in groepsstallen gehouden of zelfs in boxen, en ook als deze ruim zijn is dit geen vervanging van een ruime wei of track. Zeker afwisseling in ondergrond, zowel hard als zacht, is van belang om sterke pezen en gewrichten te ontwikkelen en coördinatie te bevorderen. Bij lange periodes in een stal, ook in een groepsstal, kan bovendien verveling al snel tot het ontwikkelen van stalondeugden leiden.
Het hele jaar buiten is, als er tenminste wat beschutting tegen slecht weer en wind is, dus een voordeel. Echter, hier moet dan wel toezicht zijn en bijvoeren van ten minste wat essentiële aminozuren en mineralen dagelijks mogelijk zijn. Ook is het belangrijk dat met name bij jaarrond weidegang de jonge paarden goed ontwormd worden, niet zozeer vaak als wel na mestonderzoek gericht tegen de gevonden parasieten. In de winter moet de kwaliteit en hoeveelheid van het gras gewaarborgd zijn, meestal is bijvoeren van goede kwaliteit hooi of voordroog noodzakelijk.
Om een evenwichtig bijvoeren mogelijk te maken is het zinvol jonge paarden van vergelijkbare rassen en groottes bij elkaar in groepen te zetten. Een IJslander en een KWPNer hebben te grote verschillen in met name energiebehoefte, zodat dan niet meer in een groep bijgevoerd zou kunnen worden; de KWPNer zou te weinig voedingsstoffen krijgen of de IJslander juist teveel. En overgewicht tijdens opgroeien is iets wat ten alle tijde voorkomen moet worden, omdat dit al een basis voor stofwisselingsstoornissen op latere leeftijd legt en een veel te zware belasting voor de groeiende pezen en gewrichten is, met alle nadelige gevolgen van dien.
Samengevat is het gezond laten opgroeien van een jong paard een hele klus. Het vereist kennis van voeding en oplettendheid van de verzorger en/of eigenaar, zodat alle dieren in de groep hun benodigde portie binnen krijgen. En zodat je jonge puber zich tot een evenwichtig paard ontwikkelt, is opgroeien met paarden van verschillende leeftijden ideaal. Een kleinschalige opfok in een qua leeftijd gemengde kudde is daarom altijd een voordeel ten opzichte van de vaak goedkope grootschalige opfok die vrij algemeen te vinden is. Ook al bespaar je een paar honderd euro per jaar door je paard in een goedkope opfok te zetten, de latere gevolgen van gebrek aan voedingsstoffen en beweging zijn niet meer terug te draaien en kunnen eventueel ook nog eens in hoge dierenartsrekeningen eindigen!
Iduna Barelds
Biologe, ethologe
augustus 2020
- https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/9106350
- https://ker.com/equinews/possible-causative-factors-osteochondrosis-horses/
- Equine Applied and Clinical Nutrition: Health, Welfare and Performance (2013); Geor, Coenen & Harris
- https://ker.com/equinews/providing-dietary-calcium-phosphorus-horses/
- https://ker.com/equinews/training-and-bone-development/