Macromineralen, een overzicht.
[vc_row][vc_column][vc_column_text]Macromineralen: een overzicht
De indeling van de verschillende elementen in paardenvoeding in macro- en sporenelementen (ook wel macromineralen en micromineralen) wordt niet gebaseerd op hun chemische structuur maar op de dagelijkse behoefte van een paard aan deze elementen. Hoeveelheden van meer dan 100 ppm (parts per million, delen per miljoen, d.w.z. mg/kg voer) worden als macro betiteld, hoeveelheden van minder dan 100 ppm als sporenelement (1).
Dit betekent dat volgende elementen onder de macromineralen vallen: calcium, fosfor, magnesium, natrium, kalium, chloor en zwavel (1).
De behoefte van paarden aan macromineralen varieert en is afhankelijk van leeftijd, dracht, temperatuur (electrolyten natrium, kalium en chloor bij zweten), beweging, chemische vorm waarin het element wordt gevoerd (calciumcarbonaat of calciumfosfaat bijvoorbeeld), verteerbaarheid van het voer en opname van het element door de verschillende weefsels (1).
Zo is de calciumbehoefte van drachtige en zogende merries en jonge paarden ruim 2 keer zo hoog als van sportpaarden of paarden op rust. De fosforbehoefte is vooral bij jonge paarden hoog, ook bijna 2 keer zo hoog dan bij volwassen paarden. De zwavelbehoefte is bij zowel drachtige en zogende merries als bij jonge paarden ook 2 tot 3 keer zo hoog. De magnesiumbehoefte is bij paarden van alle leeftijden bijna gelijk. Natrium, kalium en chloor is bij (zwetende) sportpaarden weer duidelijk verhoogd, Natrium en chloor wel 10-20 x hoger dan bij niet werkende / zwetende paarden. (1)
Gemiddeld genomen krijgen volwassen paarden die voldoende ruwvoer krijgen (minimaal 1,5-2 kilo hooi per 100 kilo lichaamsgewicht) voldoende calcium en kalium binnen, en afhankelijk van de herkomst van het hooi ook magnesium. Voor drachtige en zogende merries en jonge paarden dient bij het voeren van alleen ruwvoer wel gecontroleerd te worden hoeveel calcium het ruwvoer bevat; veel hooi en voordroog in Nederland en ook Duitsland bijvoorbeeld komt van kalkarme gronden zodat het calciumgehalte te laag kan zijn. In zo’n geval helpt het bijvoeren van vlinderbloemigen zoals lucerne of esparcette, die heel rijk aan calcium zijn. (1) Daarnaast is het belangrijk op de hoeveelheid vitamine D te letten, omdat vitamine D belangrijk is voor calciumopname in het bloed; echter, bij paarden die dagelijks of liefst 24 uur buiten zijn is dit geen probleem aangezien vitamine D onder invloed van zonlicht door het lichaam geproduceerd wordt en ook hooi bevat grote hoeveelheden vitamine D.
Bij paarden die niet bijgevoerd worden, dat wil zeggen geen graan-/zadenproducten zoals bijvoorbeeld haver of lijnzaad krijgen, moet wel op de fosforvoorziening gelet worden. Zeker bij jonge, groeiende veulens en paarden is de juiste calcium/fosfor verhouding zeer belangrijk; deze dient ongeveer 2:1 te zijn, bij jonge paarden in groei mag dit tot wel 6:1 gaan (6 keer zoveel calcium als fosfor) als de totale hoeveelheid fosfor in orde is (4). Een studie van jonge Lusitano’s (afgespeend tot jaarling) vond geen verschil in mineralenhuishouding, groei in hoogte of gewicht bij 2 verschillende diëten, de één met slechts de helft van calcium en fosfor dan de ander en een calcium:fosfor verhouding van minder dan 1:1 (6). Voor volwassen paarden ligt de juiste verhouding ergens tussen 1:1 en 3:1 (1,4). Er is dus wel degelijk veel variatie mogelijk, maar een ruwvoeranalyse is hoe dan ook zinvol.
Een scheve verhouding (boven 6:1) in het dieet leiden tot verlaagde fosforopname, wat weer tot verschillende stofwisselingsproblemen kan leiden zoals slechte groei en botvorming bij jonge paarden (3).
Een heel goede bron van fosfor is lijnzaad of bijvoorbeeld zwarte komijn. Zeker als paarden veel lucerne krijgen is het aan te bevelen dit bij te voeren; er bestaan ook producten die lijnzaad met lucerne combineren.
De hoeveelheid magnesium in ruwvoer varieert; er is zeker uit het buitenland veel ruwvoer wat voldoende magnesium bevat, maar arme zand- en veengronden in Nederland, zeker als ze met drijfmest in plaats van organische mest of compost bemest worden, kunnen ruwvoer leveren wat arm is aan magnesium. Hetzelfde geldt voor zwavel, natrium en chloor.
Magnesiumgebrek in de vorm van spierkrampen komt bij runderen voor maar is bij paarden nauwelijks beschreven (4). Bijvoeren van magnesium in de vorm van hoge kwaliteit magnesiumoxide wordt meestal aangeraden omdat deze vorm in studies bewezen is ook bij hogere doseringen geen bijwerkingen te geven en voldoende door het lichaam opgenomen te worden (4). Lucerne kan hoge gehaltes aan magnesium bevatten en als lucerne in grotere hoeveelheden (vanaf 1-2 kilo ongeveer) dagelijks wordt gevoerd is normaal gesproken de dagdosering aan magnesium ook gedekt. Het aanhouden van een bepaalde verhouding calcium:magnesium is weinig relevant, er is geen wetenschappelijke literatuur die aangeeft dat hier bepaalde grenzen zijn. Wel van belang is bij magnesium net als bij fosfor op te letten bij extreem hoge calciumgehaltes in ruwvoer of supplementen.
Zoutgebrek kan de prestaties van paarden sterk beïnvloeden; een liksteen (zonder toegevoegde andere mineralen of sporenelementen!) is een goede oplossing, omdat paarden meestal hun eigen zoutbehoefte goed dekken door meer of minder aan de liksteen te likken.
Zwavel wordt naast directe opname vooral opgenomen in de vorm van aminozuren. Vooral fokmerries en jonge paarden hebben hier ook weer hogere behoeftes, zodat het totale eiwitgehalte van het ruwvoer van belang is met name voor deze dieren (1). Paarden die slechte hoeven en vacht hebben kunnen ook van een betere aminozuren-balans profiteren; één van de belangrijkste aminozuren hierbij is mehtionine, omdat het zwavel bevat en niet door paarden zelf kan worden gevormd (essentiële aminozuren). Ook de organische vorm van zwavel, MSM, kan zeer positief werken op groei, huid en haar omdat het een goed opneembare bron van zwavel is. Eén studie vond een duidelijk positief effect op spierpijn en ontstekingswaarden bij renpaarden (7), vermoedelijk omdat MSM zo’n goede bron van organische zwavel is. MSM zou dus bij lagere zwavelgehaltes in ruwvoer een veelbelovend supplement kunnen zijn.
De dagelijks aanbevolen hoeveelheid van NRC (4) voor de macromineralen voor een 500 kg paard zijn: Calcium 20 g, fosfor 14,3 g, magnesium 7,5 g, kalium 25 g, natrium 10 g (zout / NaCl 25 g), zwavel is niet exact bekend maar zou rond de 15 g per dag liggen,chloor is ook niet precies vastgelegd maar wordt gedekt met de genoemde hoeveelheid van 25 g zout, samen met natrium. Zoals al eerder genoemd zijn de waardes van calcium en fosfor maar ook zwavel voor drachtige of zogende merries en opgroeiende paarden wat hoger in te schatten (1), en natrium, kalium en chloor bij vaak zwetende paarden (1).
Voor volwassen paarden en pony’s, ook sportpaarden, is het bijvoeren van macromineralen via mineraalvoer meestal niet noodzakelijk, maar heeft normaal gesproken ook geen effect op opname van sporenelementen (kleine studie: 5). Echter, lagere hoeveelheden van gesupplementeerde macromineralen gaven geen grote veranderingen in het bloedbeeld bij een studie (3), wat erop wijst dat bij volwassen paarden het supplementeren van macromineralen behalve zout vooral bij zwetende paarden geen grote prioriteit heeft als met name de calcium:fosfor balans enigszins in orde is. Zoals altijd is dus een ruwvoeranalyse de juiste aanzet, temeer omdat overvoeren van mineralen ook betekent dat veel in de mest belandt en op deze manier weer op weilanden en in grondwater kan belanden, wat hier de balans weer kan verstoren. Bij duidelijk afwijkende waarden in analyses ten opzichte van de genoemde dagelijks aanbevolen hoeveelheden is gericht supplementeren vooral bij fokmerries en jonge paarden belangrijk, wat echter niet door middel van een mineralensupplement hoeft te gebeuren maar vaak prima met de juiste hoeveelheden aan bijvoorbeeld lucerne, lijnzaad, groene haver en eventueel MSM gebalanceerd kan worden. Een zoutliksteen zonder toevoegingen hoort standaard ter beschikking te staan.
Auteur: drs. Idhuna Barelds, biologe.
1) Equine Applied and Clinical Nutrition: Health, Welfare and Performance (2013); Geor, Coenen & Harris
2) https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29030890
3) https://actavet.vfu.cz/media/pdf/avb_2012081020113.pdf
4) https://www.nap.edu/catalog/11653/nutrient-requirements-of-horses-sixth-revised-edition
5)https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/jpn.12805
6) https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S18711413
Note Pure Paardenvoeding: er bestaan uiteenlopende meningen of paarden wel of niet in hun zout behoefte voorzien door aan een zoutblok te likken. Mijn persoonlijke ervaring is dat dat niet altijd gebeurt. Observeer je paard, diens herstel na arbeid. En biedt geregeld die emmer met lauw water met zout aan en laat je paard zo kiezen. Solar raakte een zoutblok nooit aan, maar dronk wel bij vlagen graag emmers met zout water leeg. En ja, net bij boven gemiddeld warm weer en ook bij koude![/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]