Mineralen
Mineralen en spoorelementen
Mineralen zijn:
Calcium (Ca), fosfor (P), magnesium (Mg), zwavel, natrium, kalium en chloor.
Deze heten de ‘grote mineralen’, omdat zij in relatief grote hoeveelheden in het lichaam voorkomen en ook in relatief grote hoeveelheden in het rantsoen moeten voorkomen.
Sporenelementen zijn:
IJzer (Fe), zink (Zn), koper (Cu), mangaan (Mn), selenium, boor, chroom, silicium en jodium. Deze zogenaamde ‘kleine’ mineralen moeten in relatief kleinere hoeveelheden in het dieet voorkomen dan de ‘grote mineralen’. Dit maakt ze echter niet minder belangrijk voor onze gezondheid!
Waarom zijn deze mineralen zo belangrijk?
Het is van belang voor de gezondheid van het paard, dat deze mineralen en sporenelementen in de juiste onderlinge verhoudingen in het dieet van het paard voorkomen. Is er sprake van scheefgroei, dan gaan deze stoffen elkaar onderling beconcurreren. Zo belemmeren de mineralen elkaars opname. Balans in het rantsoen, zorgt voor balans in het paard.
Een bekend voorbeeld van zo een verhouding is de Calcium-Fosfor verhouding:aanbevolen wordt Ca:P = 2:1 – 1,2:1. (minimaal!). Andere, belangrijke verhoudingen zijn de Calcium-Magnesium verhouding: Koper-IJzer verhouding: Koper-Zink-Mangaan verhouding.
Om deze reden is het bijvoorbeeld belangrijk een calcium rijk product zoals luzerne niet onbeperkt te voeren. Of een fosforrijk product zoals graan te combineren met bijv. de calcium rijke luzerne.
Wat doen de mineralen calcium, fosfor en magensium in het lichaam van uw paard?
Calcium: stevigheid van het skelet, zenuwcelfunktie, energie huishouding, bloedstolling e.a. Calcium is terug te vinden in iedere cel van het lichaam. De calcium (en fosfor) spiegel worden in het paardenlichaam aangestuurd door hormonen. Calcium overdaad bemoeilijkt de opname van de sporenelementen zink, koper en mangaan en de vetverbranding.
Een gebrek aan calcium veroorzaakt op langere termijn botontkalking. Als er tijdens de groei sprake is van een calcium gebrek, kunnen foutieve beenstanden, kromme benen, gewrichtsproblemen en ander skeletaire aandoeningen ontstaan. Een fosfor overdaad is vaak debet aan een calcium tekort. Daarom bevatten veel voedingssupplementen calcium.
Fosfor: stevigheid van het skelet. Vervult een cruciale rol in allerlei enzymatische processen in het lichaam.Speelt daarnaast een grote rol in de energiehuishouding en zodoende in de spierstofwisseling. Net als calcium is fosfor in iedere cel van het lichaam terug te vinden.
Op de lange termijn veroorzaakt een fosfortekort net als een calcium tekort skeletaire problemen.
Magnesium: botten bestaan naast calcium en fosfor voor rond de 12% uit magnesium. Magnesium vervult ook een sleutelrol bij het op gang brengen van meer dan 300 enzymatische processen in het lichaam. De doorbloeding van de extremiteiten (armen, benen, hoeven) wordt eveneens beïnvloed door dit mineraal. De behoefte aan dit mineraal wordt in alle waarschijnlijkheid niet wordt afgedekt middels het dagelijks dieet.
Hoe herken ik een gebrek of overdaad aan mineralen? Of beter: een disbalans in de magnesium en calcium verhouding?
Calciumdisbalans:
- excessief zweten (PIDD paarden bijv.) kan de calcium huishouding verstoren;
- schijnbaar onverklaarbare kreupelheden;
- stijve gang, korte passen;
- losse tanden;
- opgezwollen gewrichten;
- pijnlijke botten en gewrichten;
- achterblijvende groei jonge paarden;
- peesblessures;
- botbreuken;
- luchtweg (neus) obstructies, waardoor er een vreemd geluid onstaat, neusvloeïng wordt veroorzaakt.
Calciumgebrek:
Trillende spieren, stramheid, botafwijkingen, osteoporose.
Calciumoverdaad:
Aderverkalking, remt de zink, ijzer en mangaan opname en kan aan deze sporenelementen gerelateerde klachten veroorzaken.
Fosforgebrek:
Skeletaire- en botafwijkingen, osteoporose, groeiachterstand, gewichtsverlies, slechte vacht, wisselende kreupelheden, verminderde vruchtbaarheid.
Fosforoverdaad:
De symptomen hiervan zijn hetzelfde als die van een calciumgebrek. Een teveel aan fosfor verstoort immers de opname van calcium. Overigens kan het paard een teveel aan fosfor eenvoudig via de nieren uitscheiden.
Magnesiumdisbalans:
Symptomen die op een verstoorde magnesium opname kunnen duiden zijn onder meer:
Fysiek:
- koliekerigheid, vooral ten tijde van de rui;
- verhoogde spierspanning, waardoor de spieren ‘hard’ aanvoelen;
- kramperigheid/hanentred;
- algehele achterhandzwakte: vooral id galop als een konijn ‘hoppen’ met de achterbenen.
- opgelopen benen;
- gebrek aan werklust;
- moeite met ademhalen tot aan dampigheid toe;
- (cardio)vasculaire problemen, zoals hartritmestoornissen. Deze worden vaak niet gesignaleerd;
- zomereczeem: veel paarden met deze aandoening hebben naast een zink- ook een magnesiumgebrek, omdat dit mineraal een rol speelt bij de doorbloeding van de huid. De stress ten gevolge van de jeuk verhoogt de behoefte aan magnesium eens temeer;
- Hoofdschudden.
Gedragsmatig:
- nervositeit;
- bijzonder gevoelig reageren op geluid en aanraking; spoken zien, moeite met aanslingelen.
- paniekreacties als een van de kuddemaatjes weg gaat/het dier bij de kudde weg wordt gehaald;
- claustrofobie;
- tandenknarsen;
- uit het niets onder het zadel kunnen ‘ontploffen’;
- onvoorspelbaar gedrag.
Indien er sprake is van een tekort aan dit mineraal, wordt dat vaak snel duidelijk als er eenmaal met suppletie is begonnen.
Magnesiumoverdaad:
Angst voor overdosering is niet nodig: via het verteringsstelsel neemt het paard op wat het nodig heeft, de rest wordt uitgescheiden en kan, mocht er echt erg veel gegeven worden, hooguit leiden tot wat dunne mest.
Dit geldt in het bijzonder voor de goedkopere anorganische magnesiumvormen, magnesium oxide en magnesium sulfaat. Hoogwaardige organische magnesiumsoorten, zoals magnesium chelaat of citraat, zouden beter opneembaar zijn en daarmee van hogere therapeutische waarde.
Een magnesiumoverdosering is dus niet toxisch voor het paard.
Bronnen: dr Kellon, Gotcha Equine e.a.